Overige instellingen
Definieert extra opties voor een gegevensbron.
Kies in een databasevenster Bewerken - Database - Eigenschappen en klik op de tab Extra instellingen
De beschikbaarheid van de volgende instellingen is afhankelijk van het type database:
Hostnaam
Voer de hostnaam in van de server die de database bevat, bijvoorbeeld ldap.server.com.
Poortnummer
Voer het poortnummer in voor de server die als host voor de database fungeert.
MySQL JDBC-stuurprogrammaklasse
Voer de naam van het JDBC-stuurprogramma voor de MySQL-database in.
Tekenset
Selecteer de tekenset die u wilt gebruiken om de database in LibreOffice te bekijken. Deze instelling heeft geen invloed op de database. Selecteer 'Systeem' om de standaardtekenset van uw besturingssysteem te gebruiken.
Tekst- en dBASE-databases zijn beperkt tot tekensets met een vaste tekenlengte, waarbij alle tekens met hetzelfde aantal bytes zijn gecodeerd.
Oracle JDBC-stuurprogrammaklasse
Voer de naam van het JDBC-stuurprogramma voor de Oracle-database in.
Stuurprogrammainstellingen
Geef extra stuurprogramma-opties op.
Catalogus gebruiken voor op bestanden gebaseerde databases
Gebruikt de huidige gegevensbron van de catalogus. Deze optie is handig wanneer de ODBC-gegevensbron een databaseserver is. Selecteer deze optie niet als de ODBC-gegevensbron een dBASE-stuurprogramma is.
Basis-DN
Voer het startpunt voor het doorzoeken van de LDAP-database in, bijvoorbeeld: dc=com.
Records (max.)
Geef het maximum aantal records op dat moet worden geladen tijdens het openen van de LDAP-server.
Inactieve records weergeven
Geeft alle records in een bestand weer, inclusief de records die als verwijderd zijn gemarkeerd. Als u dit vakje selecteert, kunt u geen record verwijderen.
In dBASE-opmaak blijven verwijderde records in het bestand.
Wilt u wijzigingen bekijken die u in de database hebt aangebracht, dan verbreekt u de verbinding met de database en maakt u er vervolgens opnieuw een verbinding mee.
Indices
Opent het dialoogvenster Indices waarin u de tabellenregisters in de huidige dBASE-database kunt beheren.
Tekst bevat koptekst
Selecteer dit vakje als de eerste regel van het tekstbestand de veldnamen bevat.
Veldscheidingsteken
Voer het teken in dat gegevensvelden in het tekstbestand scheidt, of selecteer het.
Tekstscheidingsteken
Voer het teken in dat een tekstveld in het tekstbestand scheidt, of selecteer het. U kunt hetzelfde teken niet als het veldscheidingsteken gebruiken.
Decimaalteken
Voer het teken in dat als een decimaal scheidingsteken in het tekstbestand is gebruikt, in of selecteer het. Dit kan bijvoorbeeld een punt (0.5) of een komma (0,5) zijn.
Scheidingsteken voor duizendtallen
Voer het teken in dat als een scheidingsteken voor duizendtallen in het tekstbestand is gebruikt, of selecteer het. Dit kan bijvoorbeeld een komma (1,000) of een punt (1.000) zijn.
Bestandsextensie
Selecteer de opmaak voor het tekstbestand. De extensie die u selecteert, beïnvloedt enkele van de standaardinstellingen in dit dialoogvenster.