Opmaak
Bevat opdrachten voor het opmaken van de lay-out en de inhoud van uw document.
Verwijdert de directe opmaak en de opmaak met tekenopmaakprofielen van het geselecteerde.
Wijzigt het lettertype en de tekenopmaak voor de geselecteerde tekens.
Wijzigt de opmaak van de huidige alinea, zoals inspringingen en uitlijning.
Voegt nummering of opsommingstekens toe aan de huidige alinea en u kunt hier de opmaak van de nummering of opsommingstekens wijzigen.
Wijzigt de hoofd-/kleine letters in de selectie. Als de cursor binnen een woord staat en er is geen tekst geselecteerd, dan is het woord de selectie.
Hiermee kunt u het geselecteerde object roteren, verplaatsen, of schuintrekken, of de grootte ervan wijzigen.
Stelt de opmaakopties voor de geselecteerde lijn in.
Stelt de vuleigenschappen van het geselecteerde tekenobject in.
Stelt de eigenschappen voor lay-out en verankering in voor de geselecteerde tekening of het tekstobject.
Hier kunt u de eigenschappen van de geselecteerde laag wijzigen.
Opent het paneel Stijlen en opmaak van de Zijbalk, die een lijst van de beschikbare Afbeeldings- en Presentatie-opmaakprofielen geeft, om toe te passen en te bewerken.